Tips rijden in de bergen

motorvakanties of andere motorgerelateerde topics
Plaats reactie
Stephan
Berichten: 377
Lid geworden op: 18-01-2008 16:01

Tips rijden in de bergen

Bericht door Stephan » 19-01-2008 15:10

Dit zijn tips die je veel tegenkomt op motorsites.
Maar je weet nooit of hier ooit meerdere motorrijders gaan komen die dezelfde plannen hebben als wij.

Een echte tip voor de motorrijder, die normaal en veilig wil gaan rijden rond het Gardameer en in de bergen in de omgeving van het Gardameer, is het volgende:
Tijdens de gehele zomerperiode is het beter om NIET in het weekend te gaan rijden in de bergen. Dan rijdt namelijk half Italië met de uiteenlopende motoren in de bergen en allemaal denken ze dat ze Valentino Rossi zijn. En ze houden zeker geen rekening met toeristen. En ik spreek uit ervaring.

"Knowing is not enough.
We must apply.
Afbeelding
Willing is not enough.
We must do."
Afbeelding

Stephan
Berichten: 377
Lid geworden op: 18-01-2008 16:01

de andere tips

Bericht door Stephan » 19-01-2008 15:18

En hier de andere bekendere tips:


* ALGEMEEN
1. Kijk altijd héél ver vooruit. Dus niet naar degene die voor je rijdt, maar een aantal voertuigen verder. Dat wat (vlak) voor je rijdt zie je toch wel. Concentreer je dus op de horizon.

2. Begin altijd aan de buitenkant van de bocht. Je hebt dan eerder oogcontact met je tegenligger.

3. Kun je niet goed zien hoe een weg of bocht loopt, kijk dan eens naar de rand van de weg naar hectometerpaaltjes of misschien staat er een bomenrij die de weg markeert.

4. Laat je uiteraard niet verleiden harder te gaan rijden dan voor jou comfortabel is, en probeer snellere rijders zoveel mogelijk te laten passeren..

5. Rijd dus NIET na elke bocht het rechte stuk zo hard mogelijk om van die achterop-plakker af te komen. RIJD JE EIGEN TEMPO! ! !

* RIJDEN IN GROEPEN
1. Rijd op lange rechte stukken altijd baksteensgewijs en als dat niet kan, vergroot dan de afstand tot je voorligger. Zorg ervoor dat je binnen zichtafstand kunt stilstaan. In bochten trek je je van die baksteenformatie niets aan en rijd je je eigen lijnen. Houd er dus rekening mee dat je voorganger naar de buitenkant van de bocht zal uitwijken om de ideale lijn te rijden.

2. Kijk heel veel in je spiegels. Kijk of degenen die achter je zitten, daar nog steeds zitten. Is dat niet meer het geval, stop dan! Dat kun je doen zodra je een daarvoor geschikte plek ziet, maar in ieder geval bij de eerstvolgende afslag in de route.

3. Houd voor de zekerheid altijd drie of vier mensen achter je in de gaten.
Als je weet dat iedereen dit doet, hoef je nooit bang te zijn dat je de rest kwijtraakt. Je kunt dus met een gerust hart stoppen om op de achterblijvers te wachten, want je weet dat je voorligger weer op jou wacht, en je de juiste route zal wijzen, zodra jij en de achterblijvers er weer aankomen.

4. Maak de groepen niet te groot. Als je met een grote groep op weg bent, spreek dan op bepaalde plaatsen af waar iedereen elkaar weer ziet.

5. Laat een ervaren rijder voorop rijden. Hij leest de route en moet de achterliggers in de gaten houden. De eerste en de laatste rijder moeten de groep bij elkaar houden als men de belangrijke regel van het veelvuldig in de spiegel kijken of de achterliggende rijders nog volgen, vergeet.

6. De voorrijder (of woordvoerder) moet voorafgaand aan de rit even mededelen dat, als de groep (te) ver uit elkaar komt te rijden, de voorrijder bij een afslag ervoor zorgt dat de groep weer bij elkaar komt (stoppen of snelheid verminderen). Dan weet iedereen waar hij/zij naar toe moet. Bij twijfel rijd je dus gewoon rechtdoor.

7. Blijf (zoveel mogelijk) op dezelfde plaats in de groep rijden.

8. Rijd de voorrijder niet voorbij (en zeker niet als je de route niet kent).

9. Houd voldoende afstand. Zeker als je bij de voorrijder rijdt. Hij kan plotseling zien dat hij ergens moet afslaan en zou dus hard kunnen remmen als het een minder ervaren voorrijder is. Hij kan dan beter even doorrijden en omkeren.

10. Als je merkt dat je achterligger vaak voor jou moet remmen in de bochten, of bijna bovenop je zit, laat hem er dan voorbij. Ga even iets langzamer rijden en maak een handgebaar dat jij kan passeren. De enige uitzondering op deze regel is de laatste rijder van een groep. Het is aan te bevelen dat dat een ervaren rijder is. Hij is samen met de voorrijder de herdershond. Voor- en achterrijder houden in de gaten of alles goed gaat.

11. Rijd altijd je eigen tempo en neem je eigen verantwoordelijkheid: 100 kilometer door een woonerf: ga er niet achteraan. Is de voorrijder zo stom om door oranje te rijden: niet er achteraan gaan, maar stoppen. Bij inhaalacties: ga niet blind achter je voorganger aan, maar kijk zelf of het kan.

12. Als je in een groep rijdt, word je eerder moe dan normaal. Neem wat vaker een pauze.

13. Men rijdt altijd op eigen risico en kan dus niemand aansprakelijk stellen.

* RIJDEN DOOR TEGENSTUREN
1. Tegensturen, oftewel 'inkantelen' of “countersteering”. Degenen die het beheersen kunnen niet meer zonder. Het is zonder meer de fijnste en veiligste manier om ontspannen een bocht te nemen.

2. De theorie: het klink vreemd: tegensturen, oftewel naar links sturen in een bocht naar rechts of naar rechts sturen in een bocht naar links. Wat we feitelijk doen is gebruik maken van de natuurlijke krachten die ontstaan bij het nemen van een bocht. Dat een motor naar links moet overhellen in een linkerbocht en naar rechts in een rechterbocht, is voor de meeste motorrijders wel duidelijk. Maar hoe je dat makkelijk voor elkaar kunt krijgen, is nu nog niet zo duidelijk.

3. Een eenvoudig voorbeeld van hoe het tegensturen kan helpen bij het inkantelen van je motor. Als je zittend in een auto een bocht naar links maakt, en je zou je spieren ontspannen, dan hangt je lichaam in de linkerbocht (juist!) naar rechts. Dit is een voorbeeld van de krachten die vanzelf optreden: actie = reactie.

4. Hoe doe ja dat dan? Zetten we dit voorbeeld over op de motor. Je komt bij een mooie doorlopende bocht naar links. Bij het begin van de bocht stuur je naar rechts, door licht tegen de binnenste (linker) stuurhelft te duwen. Doordat je dit doet, komt het voorwiel heel licht naar rechts te staan. Net als in de auto zorgt de reactie dat de motorfiets naar links gaat overhellen. En dat is precies wat we willen! Zolang als de bocht duurt, blijf je tegen de binnenste (linker) stuurhelft duwen. En je zult merken dat je nog nooit zo soepel en gemakkelijk een bocht hebt genomen.

5. Testen: je kunt dit een keer proberen. Oefen dit op een stille, liefst wat bredere weg (rustige autowegen zijn uitermate geschikt). De oefening gaat als volgt. Blijf rechtop op de motor zitten en duw vervolgens héél licht beurtelings tegen de linker en tegen de rechter stuurhelft. Dan voel je vanzelf het meest onlogische dat je ooit hebt kunnen bedenken: namelijk dat tegensturen echt werkt. Wanneer je dat gevoel hebt, druk dan eens iets harder. Let op: Hoe harder je drukt (tegenstuurt) hoe harder de motor de andere kant opgaat. Bouw het dus rustig op.

6. Voor de sportieve rijders: als je relatief echt hard tegen je stuurhelft drukt, zul je merken dat je motor opeens wel erg sterk de bocht in wil. Je kunt dan 2 dingen doen. De eerste is simpel, minder hard duwen, de tweede is iets leuker, namelijk gas erbij geven. Uiteindelijk neem je dan de bocht met een hogere snelheid.

7. Wanneer en waar gebruik je nu eigenlijk het tegensturen? Nou, om eens een paar voorbeelden te geven:
op mooie slingerde (dijk)weggetjes
in lange doorlopende bochten
in korte bochten
bij het rijden in de bergen
Wacht, nu ik er over nadenk: je gebruikt het altijd in alle bochten!!!

8. Degenen, die deze techniek ook bij relatief hogere snelheden willen gebruiken, dienen zich te realiseren, dat naast tegensturen ook technieken zoals gewichtsverplaatsing en belasten van het buitenstepje (en niet het binnenstepje, zoals velen doen) noodzakelijk zijn om een bocht echt perfect te nemen. Bovendien: als je de binnenstep belast en je gaat zo schuin dat je step de weg raakt, moet de step een beetje kunnen inklappen. Als je er met je (volle) gewicht op staat kan dat niet en is de afloop vaak vervelend.

* STOPPEN EN WEGRIJDEN IN DE BERGEN
1. Als je niet berg op of berg af rijdt, maar parallel aan de hellingshoek van de berg en je moet stoppen, zet je voet dan altijd aan de bergzijde op de weg. (Dus de hoogste kant van de berg). Als je de voet aan de dalkant zet, is de weg soms verder weg dan je denkt. Het gevolg is dat je je voet veel dieper moet wegzetten dan je had gedacht. (Je komt ineens een stuk been tekort). Je motor kantelt en je verliest je evenwicht met alle nare gevolgen van dien.

2. Als je moet stoppen op een weg die steil omhoog loopt, kun je je voet op de achterrem houden. Wegrijden doe je door RUSTIG (zeker met bagage achterop) de koppeling te laten opkomen totdat je merkt dat de motor in de veren begint te trekken. Dan iets meer gas geven en de voetrem tegelijk loslaten. Bij iets te veel gas trek je heel makkelijk een wheelie omdat de motor al omhoog staat én je eventueel bagage achterop hebt.

* PARKEREN IN DE BERGEN
1. Als je steil omhoog rijdt en je stopt, zorg er dan voor dat je rechtervoet op het stepje kan blijven staan, want de achterrem heb je hard nodig in zo´n geval.

2. Zet de motor op de zijstandaard, liefst met de neus omhoog en in de eerste versnelling. Als je omlaag parkeert, kan hij van de standaard af rijden, als hij door z´n versnelling heen zakt.

3. Let er ook extra op hoe je weer makkelijk kunt wegrijden. Achteruit naar beneden laten zakken is in principe geen probleem, maar als je dan ook nog een bocht moet maken kan dat lastig zijn.

* DE BERG OP RIJDEN 1.Schakel vóór de bocht terug en blijf in de bocht gas geven. (Slaat je motor af, trek dan NIET je koppeling in want dan rijdt ie achteruit en misschien een afgrond in).
Laat, als je stilstaat, de koppeling heel voorzichtig vieren, tot je weer veilig rechtuit staat, en de hellingproef kunt gaan uitvoeren.

2. Kijk, zover je kunt, door de bocht heen. Dus bij haarspeldbochten schuin omhoog. (Je rijdt immers omhoog). Soms zelfs een kwart slag of nóg verder! Je weet dan óf, en hoeveel, tegenliggers er (minimaal) aan komen. Dan word je niet IN de bocht verrast door tegenliggers.

3. Kies zoveel mogelijk de buitenbocht en stuur na 1/3 van de bocht, verder in.

4. Stuur vervolgens zó de rest van de bocht in, dat je aan het eind precies op de plek uitkomt die je op een rechte weg ook zou kiezen: (de bestuurdersplek van een auto).

* DE BERG AF RIJDEN
1. Rem zo weinig mogelijk, maar rem af op de motor. Kies dus en juiste versnelling.

2. Rem VOOR de bocht en met je voorrem. Het meeste gewicht is nu op je voorwiel. (Je achterwiel blokkeert nu sneller dan in ons vlakke land).

3. Kijk, zover je kunt, door de bocht heen. Dus bij haarspeldbochten schuin omlaag. (Je rijdt immers naar beneden). Soms zelfs een kwart slag of nog verder! Je weet dan of, en hoeveel, tegenliggers er (minimaal) aan komen. Dan word je niet IN de bocht verrast door tegenliggers.

4. Kies, als er géén verkeer aankomt, in het eerste deel van de bocht de buitenkant van de weg. Dus helemaal links op rijbaan van de tegenligger! Stuur vervolgens zó de rest van de bocht in, dat je aan het eind precies op de plek uitkomt die je op een rechte weg ook zou kiezen: (de bestuurdersplek van een auto).

5. Rem IN de bocht NIET met je voorrem. Het risico van onderuit remmen is groot.

6. Probeer tóch met een heel klein beetje gas EN licht remmend met je achterrem, de bocht door te komen. Hoeveel gas en remmen? Zoveel dat de ketting niet slap hangt. Waarom? Omdat je, zodra je de bocht uit bent en weer gas geeft, niet de schok voelt van het aandrijfmoment van de tandwielen en ketting. Het lijkt wat ingewikkeld, maar probeer het maar eens in de praktijk. Het rijdt echt veel lekkerder.


* REMMEN IN EEN BOCHT
1. Ga langzaam een bocht in en kom er snel uit. Probeer in een bocht niet te remmen. Pas je snelheid vóór de bocht aan. Geef in het tweede deel van de bocht (een beetje) gas.

2. Als je tóch moet remmen: laat het gas NIET los, wat door de schrik makkelijk gebeurt, maar rem met de achterrem. De motor zal daardoor iets méér de bocht insturen in plaats van overeind te komen en de bocht nóg ruimer te maken. Als je echt heel hard moet remmen in een bocht, trek dan je koppeling in en rem met je voorrem. Wel voorzichtig remmen en vooral blijven sturen omdat de motor zich wil oprichten en dus rechtdoor wil gaan (de bocht uit).

* HET WEER IN DE BERGEN
1. In het hooggebergte kan het weer zeer snel omslaan. Neem dus warme kleren, regenkleding, en een zonnebril mee.

2. Neem ook drinken mee voor onderweg. Je verliest zéér veel vocht tijdens het motorrijden. Drink voordat je dorst krijgt. Als je dorst krijgt is dat een teken dat je lichaam al te veel vocht heeft verloren.

* TUNNELS
1. Lang niet alle tunnels zijn verlicht. Zodra je, vanuit de stralende zon, met je zonnebril op, zo´n tunnel binnenrijdt is alles aardedonker.

2. Sommige van die onverlichte tunnels zijn ook nog eens voorzien van, soms erg krappe, bochten!

3. In tunnels is het bovendien vaak nat. Let dus vooral goed op als het vriest!

4. Veel van de bochten die je zult tegenkomen zijn blind. Probeer zoveel mogelijk van te voren (al voordat je een tunnel inrijdt) te kijken of je tegenliggers kunt verwachten, en houd er altijd rekening mee dat er iemand aankomt.

5. Wees bedacht op het feit dat er in tunnels mountainbikers kunnen rijden ZONDER enige verlichting.

* SLECHT LOPENDE MOTOR IN DE BERGEN
1. Als je geen motor met injectie hebt, kan je voor de situatie komen te staan dat hij slecht gaat lopen op grotere hoogtes. De lucht wordt ijler, dus de motor krijgt minder zuurstof, met een gelijkblijvende hoeveelheid benzine: het mengsel wordt dus rijker. Sommige motoren kunnen daar erg slecht tegen. Ga in zo´n geval niet aan de naalden rommelen, want dat moet je beneden weer terugdraaien. Als tijdelijke oplossing kun je, zolang je boven bent, eventueel je luchtfilter er uit halen. Er komt dan meer lucht bij het mengsel, zodat de ijle lucht een beetje gecompenseerd wordt. Plaats het luchtfilter zo snel mogelijk terug.

*AFSTANDEN IN HEUVELACHTIG TERREIN
1. Houd er rekening mee dat je gemiddelde snelheid enorm afneemt als je in de bergen rijdt, zeker als je via haarspelden omhoog of omlaag gaat. Een afstand van 50 km betekent dus niet meer dat je er in een half uur bent! Dit geldt in nog grotere mate voor de afstand die je op de kaart aflegt: daar komen op de weg de verticale kilometers nog bij.

2. Denk er ook aan, dat er op de passen vrijwel nooit benzine te krijgen is. Dus tank ruim op tijd.

*MOTOR OP VEERBOOT
1. Meestal zijn er wel genoeg touwen en spanbanden aanwezig op een (grote) veerboot, maar neem ook zelf extra spanbanden mee.

2. Zet de motor op de zijstandaard en NIET op de middenbok. Op de standaard staat hij steviger.

3. Trek de spanbanden onder de buddy door. Als de spanband er over loopt kan de buddy permanent ingedeukt raken.

4. Zet de motor in de eerste versnelling.

5. Trek de voorremhandle in en bevestig er een korte spanband om.

6. Neem alle bagage mee die je denkt nodig te hebben. Tijdens een (lange) overtocht kun je niet meer bij je motor komen.


Pak zicht!

Ik bedoel hiermee: uiterst rechts of links gaan rijden (indien verantwoord) voor een bocht. Dan zie je vaak ook de volgende bocht al.

En ook het volgende:

Als het regent (geregend heeft) extra opletten voor wegspoelende stenen/takken/modder. Ook in de bergen zijn er witte strepen op de weg.....

In aanvulling op het verloop van de weg: vertrouw niet ALTIJD op de rechtdoorgaande bomen.... je zult de eerste niet zijn die daardoor een bocht mist.....

Verder, als je in de bergen omhoog rijdt, kijk dan omhoog tussen de bomen door of je een weg naast je naar beneden ziet lopen. 10 tegen 1 dat er dan heel snel een haarspeld volgt.

Naar beneden rijdend naar beneden kijken of je een weg omhoog ziet komen. Ook dan heb je vlot kans op een haarspeld.

Probeer in een zo laag mogelijke versnelling een bocht te pakken, denk nou niet....oooh mijn brommer maakt zo'n vreselijk geluid......daar is de motor voor gemaakt!!

Het is heel erg belangrijk als je een bocht niet haalt laat je je gas los en hij remt af op de motor, als je in een te hoge versnelling zit gaat ie gewoon hard door.
Ik rij meestal in zijn twee....(als je hem doortrekt naar het rood, moet je maar eens op je snelheid letten, is hard hoor)behalve als we heel hard gaan(maar dan zijn de bochten redelijk makkelijk)
"Knowing is not enough.
We must apply.
Afbeelding
Willing is not enough.
We must do."
Afbeelding

Plaats reactie